Morgen gaan de Nationale Voorleesdagen weer van start. Stichting lezen geeft voorleestips en in de appstore is de digitale versie van
Fiet wil rennen van Bibi Dumon Tak te downloaden.
Maar is zo’n geanimeerd prentenboek bekijken nog wel het zelfde als voorlezen, zou je je kunnen afvragen? En meer nog: moeten we dat nou wel stimuleren? Want ze kijken al zo veel naar een beeldscherm, is een veel gehoord antwoord. Coosje van der Pol deed onderzoek naar de ontwikkeling van literaire competenties bij kleuters. In het blad Leesgoed zegt zij over beeldschermverhalen: ‘Omdat kinderen veel naar tekenfilms kijken, misschien wel meer dan dat ze boeken lezen, pikken ze er naar verhouding ook meer uit op. Kinderen nemen hun kennis van het ene medium mee naar het andere. Ik denk niet dat het gaat om wat beter is: het boek of andere media. Juist de combinatie van die twee kan gunstig zijn voor het literaire lezen. Door de bekendheid met tekenfilms en de redelijk complexe vertelstrategieën die daar bij horen, wordt het mogelijk dat kinderen boeken lezen met een meer ingewikkelde structuur. Je zou kunnen zeggen dat tekenfilms juist bijdragen aan de literaire competentie van kleuters.’ Films kijken zit het lezen dus niet in de weg.
Een geanimeerd prentenboek is weliswaar geen film, maar heeft ook zo zijn voordelen. De animaties zijn goed voor de taalontwikkeling wanneer de bewegende elementen aansluiten bij de woorden die worden voorgelezen (Fiet, die de beweging die bij het woord rennen hoort, laat zien). Sommige digitale boeken in de appstore hebben ook de mogelijkheid zelf iets te doen (bijv:
De verjaardag van Sylvia van Ommen - mijn neefje van drie is er gek op!), wat het ‘lezen’ interactief maakt. Dit is bij
Fiet wil rennen niet het geval. Maar leuk is het wel.
Op de site van Stichting Lezen natuurlijk ook de
toptien van dit jaar. Want digitaal is leuk, maar papier blijft natuurlijk ook een must!