Anke werkte voorheen in de kinderopvang en is daarom behalve leesconsulente dBos ook onze specialis

dinsdag 25 februari 2014

Fantastische voorleesmiddag met twee Voorleeskampioenen





Ik geloof niet dat er vorige jaren zoveel meesters en juffen waren om de voorleeskampioenen van hun school aan te moedigen tijdens de lokale ronde van De Voorleeswedstrijd. Vaders en moeder, opa’s en oma’s, broers en zussen, dikke vrienden en hartsvriendinnen waren natuurlijk ook van de partij in de bieb. Twaalf leerlingen mochten hun school vertegenwoordigen en dat hebben ze geweldig gedaan. ’t Was best een lange zit, maar het verveelde geen moment. Deze geoefende voorlezers hadden heel afwisselende fragmenten gekozen uit boeken van bekende en minder bekende schrijvers. Grappige stukjes kwamen voorbij maar ook trieste passages waar iedereen even stil van werd. Zoals Jennifer, die afgelopen jaar deel uitmaakte van het Capelse Kindercollege  waar zij het initiatief nam tot een Anti-Pestcampagne. Toen zij uit Spijt! het stuk voorlas waarin de klas afscheid neemt van Jochem die wegens pestgedrag zichzelf verdronken had, moest het publiek wel even slikken. Ook Isabel koos voor een wat triester stuk uit Hoe overleef ik een gebroken hart waarin iemand doodgaat 

De boeken van Carry Slee kwamen in deze voorleesreeks vier keer langs. Isa beet het spits af met een mooi stuk uit Vals! Altijd lastig, de eerste zijn, maar ze draaide daar haar hand niet voor om. Toen Naomi als tweede voorlas uit Lover or loser (ook van Slee) wist de jury meteen dat het moeilijk zou worden. Wat zijn ze goed dit jaar! 
  
Naast bekende namen als Slee, Oomen en Van Loon werden ook nieuwere en/of minder bekende schrijvers gepromoot. Zo trakteerde Kaynaat ons op een stuk briefwisseling tussen een jongen uit 1944 en een meisje van nu.  'Mijn boek heet Post uit de oorlog en Anna Woltz is echt mijn lievelingsschrijver.’

Cyanne koos niet voor haar favoriete schrijver maar voor haar lievelingsonderwerp: dansen. Vorig jaar mocht ze met haar dansgroep meedoen met de voorrondes van het tv-programma Everybody dance now. Ze haalden de uitzending niet, maar het was wel een enorm leuke ervaring. Vanzelfsprekend dat een boek als Starschool dan te gek is om (voor) te lezen. 

Siënna vindt zichzelf niet zo’n lezer, maar door voor te lezen aan haar vier broertjes en één zusje heeft ze duidelijk talent ontwikkeld. Ook zij koos voor een boek dat niet alle leerlingen kennen: C-brieven van Marina Defauw. Alexander is naar eigen zeggen ook meer van de cijfers dan van de letters. Hij is gek op rekenen en wil daar later ook echt iets mee gaan doen, maar voorlezen uit een lekker jongensboek als De grijze jager gaat hem zeker niet verkeerd af. Julian, de tweede jongen tussen tien meiden, is daarentegen wel een echte lezer. Hij houdt er van, doet het vaak en graag. Vorig jaar hield hij zijn boekbespreking over Leeuwenroof van Paul van Loon. Dat pakte goed uit en hij koos dat fragment ook uit voor deze wedstrijd. Dila kwam eveneens met een goed voorbereid stukje van Van Loon het podium op. Zij won vorig jaar tijdens de voorleesvoorronde op school Weerwolfnachtbaan en bedacht dat dit boek haar vanmiddag misschien geluk zou kunnen brengen.

Een mooi nieuw boek kwam voorbij toen stoere Nusaiba (‘Zenuwachtig? Nee hoor!’) haar Carry Sleefragment op het laatste moment opgaf en voor Spinder koos, de winnaar van de Gouden Griffel van het afgelopen jaar. Wie er aan begint vindt het zeker mooi.


En last but not least was Misha aan de beurt. Starten is spannend maar afsluiten ook! Maar van verslapte aandacht was gelukkig geen sprake toen Misha in de stoel zat en begon te lezen in Hoe overleef ik de brugklas. Dat zij –volgend jaar zelf een brugklasser- zich goed kon inleven was duidelijk te zien en te horen. En dat het inderdaad niet least was hoorden we 10 minuten later van de vakkundige jury: Patricia van Schaik van De Voorleesexpress en onze eigen voorleescollega Ellen Hamerslag. Misha (Kortland) bleek samen met Dila (Contrabas)  de kampioen van Krimpen en Capelle. Zij mogen door de regionale ronde in Schoonhoven op 12 april. Zet hem op meiden! 


Dila leest uit Weerwolfnachtbaan

Misha leest uit Hoe overleef ik de brugklas



donderdag 13 februari 2014

Boeken voor jongens!

Zeer zeker niet met de bedoeling om onaardig te doen, maar hij zei het toch maar even: ‘De aanleiding zit voor mij.’ Gelukkig wel met een knipoog, maar daarom niet minder waar. Daniël Albering van kinderboekwinkel De Kleine Kapitein in Rotterdam doelde op ons. Wij vrouwen zijn de aanleiding van de aandacht die hij vraagt voor jongens. Boeken voor jongens om precies te zijn. ‘Als je als jongetje geboren wordt, kom je meteen in wereld vol vrouwen: mama, de mevrouw van het consultatiebureau en de vele juffen op de basisschool. Als het gaat om lezen en boekadvies, gaat dit nog even door bij de dames in de bibliotheek. En ook bij mij in de boekwinkel werken vooral vrouwen. En vrouwen zijn anders dan mannen. Ze kiezen en adviseren ook anders dan mannen.’

Daniël Albering deelt zijn zorg over en roep om aandacht voor deze kwestie met kinderboekenschrijver Tjibbe Veldkamp die zijn standpunt in meerdere artikelen verspreidt. En meer en meer mensen worden zich hiervan bewust. Voor ons reden om er een Open Boek Netwerkmiddag voor leerkrachten aan te wijden.

Dat jongens in zijn algemeenheid meer lees- en leesplezierproblemen ervaren dan meisjes mag bekend zijn. Dat heeft met een aantal aspecten te maken. Ten eerste is daar de aandachtscurve. ‘Die is bij jongens gewoon veel korter dan bij meisjes. Herken je die jongens? Boek uit, volgende. Uit, volgende, uit volgende. Een daarmee komen we meteen bij het tweede aspect, want als het aanbod van boeken die zij leuk vinden dan klein is, tja…’ aldus Daniël.

Voor zijn eigen zoon bleek een mooi geïllustreerde dierenencyclopedie de oplossing. Op woensdag lazen ze De Reptielen. Op donderdag De Geleedpotigen en op vrijdag De Gewervelden. ‘We hebben zo wel een jaar in dit boek gelezen. Informatieve boeken schenken jongens over het algemeen veel plezier. En onderschat het effect op de woordenschat niet. Je zult je verbazen over dat kind in je klas dat vaatwasmachine niet kan lezen maar moeiteloos door Tyrannosaurus Rex en al zijn kenmerken vliegt.’

Als het over speelgoed gaat, dan behandelen we jongens en meisjes volgens Daniël wel verschillend. En loop inderdaad de speelgoedwinkel maar eens binnen. Links staan de poppen, de make-upjes en de roze spulletjes, rechts staat het speelgoed voor jongens: schieten, bouwen, vechten en andere wilde dingen. Ook op de populaire spelletjessite spele.nl is in één oogopslag te zien wat voor meisjes -en vooral niet voor jongens- bedoeld is.


Natuurlijk, je kunt er wat van vinden. Eén van de leerkrachten associeerde deze nieuwe trend om jongens- en meisjesboeken van elkaar te scheiden met ouderwets. ‘Ik kan wel meegaan in dit verhaal, maar om nu een kast te maken met jongensboeken en een kast met meisjesboeken gaat me wat ver. Ik ben daar niet voor.’ Feit is wel dat de verschillen er zijn tussen jongens en meisjes. Een andere leerkracht reageerde met een zucht van verlichting: ‘Ik vind het juist fijn dat we eindelijk weer eens mogen vaststellen dat jongens geen meisjes zijn.’ In de boekwinkel merken ze ook dat dit onderscheid werkt. Door de jongensboeken apart te zetten zijn ze vindbaar voor jongens. En dat vinden ze fijn. 

En gelukkig weet Daniël zijn stelling ook te nuanceren. Want natuurlijk zijn er meisjes die dit ook leuk vinden. Die zijn vanzelfsprekend welkom om óók in die kast te kijken. Zijn punt van de middag: niet de meisjes hebben de aandacht nodig, maar de jongens. Simpelweg omdat zij meer moeite hebben met lezen, het leesplezier minder ontwikkelen en/of vasthouden en ook omdat het aanbod voor deze groep gewoon echt kleiner is dan voor meisjes. En om goed te lezen (erg handig voor de Cito) moet je kilometers maken en dat gaat het beste in boeken die je leuk vindt. Series zijn daarvoor bijzonder geschikt. Vind je het eerste deel leuk? Dan vind je dat van de rest van de serie meestal ook. Dát zorgt voor kilometers.



Tijdens zijn betoog werden we getrakteerd op een uitgebreide boekenshow met voorgelezen en vertelde verhalen uit prentenboeken (waaronder Roek de ridder en Helden op sokken). We kregen een inkijk in allerlei meer en minder bekende Wist je dat?-boeken die ook zijn verschenen in de lagere avi niveau’s voor de beginnende lezers. Evenals de wat stoerdere eerste leesboekjes zoals bij voorbeeld: het boek van teun. 



En wat dacht je van moppenboeken? Moppen zijn kort. Dat is al fijn. En ze zijn grappig. Ook erg in trek. En er zit altijd wel een taaldingetje in. Moppen zijn heel geschikt voor de ontwikkeling van leesbegrip. Maar vooral ook lekker ontspannend. Een leerkracht groep 8 beaamde dit: ‘Ik merk dat de jongens in mijn klas momenteel allemaal moppen- of stripboeken bij zich hebben voor na de Cito.’ 

Dat past ook goed in de huidige trend die vooral op humor is gericht. Je merkt het aan de populariteit van de Leven van een loser-boeken. En aan de boeken die daar op lijken en meeliften op dat succes zoals Hugo’s masterplan en de boeken van Niek de Groot en Tom Groot. Ook erg leuk is Oma Boef (Daniël: ‘Ik schat hem in als een nieuwe Roald Dahl’) en voor de boom-klim-jongens is inmiddels het tweede deel verschenen van De waanzinnige boomhut, prachtig vertaald door Edward van de Vendel. De boeken van Het reuzenrad mysterie zijn een beetje te vergelijken met de De Vijf-boeken die wij vroeger lazen. Boy 7, superspannend. Al is ie vooral geschikt voor de wat betere lezer.



‘Weet je, ik ben boekverkoper. Maar feitelijk zijn jullie dat ook. Laat de boeken zien als ze je school binnenkomen. Aan je collega’s en aan de kinderen. Neem de tijd om ze te bekijken en er iets over te vertellen. Veel leerlingen hebben een zetje nodig. Lees het eerste hoofdstuk samen. Ik deed dat ook met mijn eigen zoon. Gewoon om hem het boek in te verleiden. De laatste vakantie had hij Spinder meegenomen. Hij deed van alles, maar Spinder bleef liggen. Tot we samen het eerste hoofdstuk lazen. Vier dagen lang heeft hij met het boek op een bedje in de zon gelegen.’

En dat Daniël deze kunst van het verleiden verstaat was tijdens de voorleesfragmenten en de reacties na afloop wel duidelijk. ‘Ik werd er zo hebberig van!’

Toen we tot slot de bieb nog even inliepen om met de nieuw opgedane kennis jongensboeken te lenen voor school, zei een kleuterleerkracht:  ‘Oh dat vind ik nou zo leuk. Ik zie hier mijn kinderen rondlopen. Met het boek waarover we in de klas sinds twee dagen werken.'