Anke werkte voorheen in de kinderopvang en is daarom behalve leesconsulente dBos ook onze specialis

vrijdag 26 juni 2020

Corona en online onderwijs



Op donderdag 25 juni was ons team een van sprekers tijdens de deelsessies van de jaarlijkse projectendag van Probiblio. Vanwege de nog steeds geldende Coronamaatregelen gebeurde dit niet live, maar in een webinar met deelsessies die in het teken stonden van good practices en leren van elkaars ideeën. We vertelden er over hoe wij onze dienstverlening voor onze samenwerkingspartners zo goed mogelijk probeerden voort te zetten gedurende de lockdown.
In de vorige blog in april schreven we al dat we meteen na eerste persconferentie dachten: ‘We moeten het lezen aan de gang houden!’  Al snel werd duidelijk dat we aan de slag zouden gaan met #thuisopdrachten. Meer daarover kun je lezen in die blog van april. Wil je de #thuisopdrachten bekijken of gebruiken? Kijk dan hier. Tijdens de webinar attendeerden collega’s uit Hilversum ons op hun Boekenshows voor diverse leeftijden die ook uit Coronanood geboren waren. De moeite waard om ook daar eens een kijkje te nemen, niet alleen voor leerlingen maar zeker ook voor ouders en leerkrachten die graag op de hoogte blijven van het actuele boekenaanbod. 

Na ruim drie maanden later is de vraag natuurlijk: Heeft deze periode ons -behalve #thuisopdrachten- ook iets opgeleverd? Niet alles verliep naar tevredenheid. Natuurlijk niet, zou ik zeggen. Het was net als overal in Nederland een tijd van pionieren, ontdekken en uitvinden. Bij veel organisaties – zo ook bij ons- heeft er vooral een stroomversnelling plaatsgevonden in het benutten van digitale mogelijkheden. Dat heeft ons behalve gedoe en gepruts met de techniek ook kansen en goeds gebracht. We hadden wel eens nagedacht en gesproken over de inzet van filmpjes, maar tot dat moment bleef het bij denken en praten. Vanaf 16 maart zijn we het gewoon gaan doen. De gegeven omstandigheden namen drempels weg. Zo was een gelikt en professioneel ogend filmpje opeens geen voorwaarde meer. Het moest vanuit huis, het kon vanuit huis, dus we deden het vanuit huis. En gaandeweg zagen we steeds meer kansen voor de komende periode, ook als de beperkende maatregelen straks hopelijk niet meer nodig zijn.

Het gemak waarmee leerkrachten via schoolsapps als Parro of SocialSchools huiswerk delen met leerlingen en hun ouders bleek zo'n kans. Ten eerste omdat de schoolapp heel laagdrempelig is. Geen ouder die hoeft in te loggen op een of ander onbekend platform om huiswerk of linkjes te bekijken. Het komt gewoon naar je toe via de gebruikelijke communicatiekanalen van school. En die toegankelijkheid is belangrijk. Want ook elke ouder die bv. moeite heeft met de Nederlandse taal of met digitale media of een gebrek heeft aan devices weet hoe je op je telefoon een link opent en een youtubefilmpje afspeelt. Meer middelen zijn niet noodzakelijk. Het stof werd van een oude en ongebruikt youtubekanaal afgeblazen en zie daar... Back on track. 


Naast deze laagdrempelige toegankelijkheid konden en kunnen we online vaker zichtbaar zijn voor leerlingen. Bij voorbeeld op momenten dat we even niet live in de klas boeken kunnen promoten. Dan is een filmpje een mooie aanvulling op onze gewone boekpromoties in de klas. Een van de leescoördinatoren liet ons weten dat haar collega’s dit soort filmpjes fijn vinden. ‘Jullie hebben die  uitgebreide kennis van nieuwe boeken, wij hebben die kennis gewoon echt veel minder. Dus jullie promoties slaan ook meer aan dan de onze. En zo’n filmpje is een aanvulling op de promoties die jullie persoonlijk komen doen. Het is makkelijk, snel en de kinderen vinden het leuk. We hoeven geen tijdstip te plannen zoals bij een live afspraak, we kunnen zelf het moment kiezen. En daarna wordt er door leerlingen ook echt gevraagd naar de boeken die jij hebt besproken.’

Ook voor leerkrachten die we graag willen tippen over boeken die zij zelf in de klas kunnen promoten is een kort filmpje een snelle aanvulling op de informerende boekenlunches die op sommige scholen plaatsvinden. Leescoördinatoren kunnen bij voorbeeld bij aanvang of afsluiting van een overleg even twee minuten de aandacht van alle collega's vragen voor online boekpromotie. 

Voor ouders biedt online contact eveneens kansen. Het blijkt vaak behoorlijk lastig (een deel van) deze groep te betrekken bij activiteiten op school die betrekking hebben op de schoolse (talige) ontwikkeling van hun kind. Daar zijn tal van redenen voor, uiteenlopend van beschikbaarheid, onbekendheid of bescheidenheid tot taalprobleem, en vast nog heel veel meer. De opkomst op school is in de praktijk in elk geval vaak laag. Om toch onze kennis en inspiratie te delen met de ouders dachten we als alternatief vaak in termen van geschreven informatie: flyers, nieuwsbrieven, berichten (waar mogelijk met foto) in de schoolapps. In deze periode hebben we gemerkt dat online contact een prima aanvulling en soms zelfs een uitstekend alternatief kan zijn. Je zult maar een peuter thuis hebben die precies moet slapen op het moment van zo'n activiteit op school. Fysieke aanwezigheid is dan geen optie, online meekijken soms wel. Dit merkten we ook bij het groot|oudercafé dat online werd voortgezet. Mensen die live niet in de gelegenheid waren, meldden zich online wel aan. Als voorleesvrijwilliger bij de Voorleesexpress heb ik zoiets onlangs zelf ook ervaren toen ik een uitnodiging kreeg voor een webinar over het verschil tussen thuistaal en schooltaal. Was het overdag geweest, dan had ik niet deel kunnen nemen. Ik moest namelijk werken. Had ik er ’s avonds voor naar de Utrechtse binnenstad gemoeten dan had dat ook drempels opgeworpen: moe na het werk, erheen, parkeren, parkeergeld, gedoe… laat maar. Eerlijk is eerlijk, zo gaat dat vaak. Nu kon ik vanaf huis inloggen en een uurtje mee kijken en luisteren, en dus deed ik het wel. Of je zult maar moeite hebben met Nederlands en niet goed durven praten in een groep. Hoe fijn is het dan om in je eigen veilige omgeving een filmpje terug te kijken waarin een bekend gezicht je vertelt hoe je jouw kind in groep 3 wel en vooral ook niet verder helpt met lezen? Inmiddels hebben zich ook scholen gemeld met een concrete vraag voor hun eigen team: ‘Kun je een paar voorbeelden van de workshop Begrijpend luisteren en Woordenschat die je bij ons gegeven hebt misschien een keer filmen? Wij merken dat we het modelen best lastig vinden. Zo’n filmpje kunnen nog eens terugkijken.’ Gaan we regelen. 

Op zich geen geniale vondsten, maar we deden het niet. En dát wordt zeker anders! Wat zeg ik? Het ís al anders. 




maandag 20 april 2020

Leesbevordering op afstand, hoe dan?

Op vrijdag 13 maart was er geen kind dat van school naar huis ging met in zijn tas een voorraadje boeken voor een maand. Of langer. En plots waren op 16 maart toch de scholen en de bibliotheken dicht. Hoe houd je dan lezen en leesbevordering aan de gang? Niet alleen voor de scholen en hun leerlingen, maar ook voor andere groepen die we graag bedienen. Bibliotheekleden konden zaterdag nog even gauw naar de bieb om te hamsteren, want daar mocht het! En daarna lagen schoolbibliotheken en openbare bibliotheken overal stil. Voor bezoekers althans.



Meteen nadat tijdens de persconferentie van 15 maart bekend werd dat de scholen dicht zouden gaan, gingen de raderen draaien: hoe konden wij de scholen ondersteunen bij lezen en leesbevordering? Want we vonden het niet alleen fijn dat we door mochten gaan met het werk dat we zo graag doen. We realiseerden ons ook dat ons werk dan wel niet vitaal, maar toch op zijn minst belangrijk was. Leerlingen die gedurende enkele weken niet of nauwelijks lezen, lopen namelijk het risico dat hun leesvaardigheden afnemen. En de laatste rapporten over het leesniveau van Nederlandse leerlingen waren niet om heel vrolijk van te worden. Lezen moest dus doorgaan! Dit werd op 9 april bevestigd door belangrijke onderwijspartijen als de PO Raad, OCW, SLO en de educatieve uitgevers die een gezamenlijke advies schreven om bij het verzorgen van thuisonderwijs prioriteiten te stellen. Lezen én leesbevordering werden expliciet bij die prioriteiten genoemd voor alle leerjaren.

Tussen de bewuste zondagavond en maandagochtend werd er overal in Nederland druk gemaild, geappt en gebeld. Op grote schaal videovergaderen moest nog van de grond komen, maar ook dat gebeurde ongekend snel. En er ontstonden in rap tempo ideeën om wekelijks lees- en verwerkingsopdrachten te ontwikkelen voor het primair onderwijs. Leerkrachten konden dit dan opnemen in het thuisonderwijs. Bijna alle dBos-scholen in Krimpen en Capelle doen er aan mee en inmiddels kijken we terug op een maand thuisonderwijs met aandacht voor lezen en leesbevordering. Hoe dan?

Het meest in het oog springend zijn de genoemde #thuiswerkopdrachten voor het primair onderwijs. We maken verwerkingsopdrachten bij materiaal dat online beschikbaar is via bij voorbeeld De Voorleeshoek, De Kinderjury, De Online Bibliotheek met e-books, de Luisterbieb  en de Thuisbieb, Yoleo of DeSchoolschrijvers. We delen deze thuisopdrachten eerst met de scholen en een week later via onze website, hier en daar ingeleid door de schrijver of illustrator zelf. De verwerkingsopdrachten bij de verhalen zijn geen controle-opdrachten. Ze zijn bedoeld om, eventueel samen met iemand anders, over iets na te denken. Of om naar aanleiding van de tekst een taalspelletje te doen of een puzzeltje te maken of de fantasie aan het werk te zetten met een creatieve schrijfopdracht. Soms wordt er op speelse wijze een grammaticale oefening gedaan of aan woordenschatuitbreiding gewerkt. Het primaire doel hierbij is het lezen en leesplezier aan de gang te houden. Een hele mooie bonus  is het als ouders de opdrachten deels samen met de kinderen maken en daardoor meer betrokken raken bij de leesontwikkeling van hun kind. Samen met de scholen zoeken we nu naar manieren om leerlingen te ondersteunen waar begeleiding thuis niet zo makkelijk te realiseren is. 



Verder attenderen we de leerlingen en hun ouders niet alleen op de mogelijkheden van de Bibliotheek Online, maar we promoten ook actief titels die er te vinden zijn in korte filmpjes. Normaal komen we in de klassen om de VakantieBiebapp te laten zien, nu sturen we dit filmpje om de Thuisbiebapp onder ieders aandacht te brengen. 



Of we promoten boeken die passen bij een actueel thema, zoals de Tweede Wereldoorlog en 75 jaar vrijheid. Ook dat kan op afstand met titels die online beschikbaar zijn als e-book of luisterboek. 



Zit je op de middelbare school en wil je deze tijd goed gebruiken om te lezen voor je lijst? Dan worden er hier boeken getipt die makkelijk vindbaar zijn: 



Een minder algemene situatie doet zich momenteel voor op basisschool De Wegwijzer waar we net begonnen waren met een gelegenheidsleesclubje. Vier leerlingen uit groep 8, de juf en een van onze onderwijsspecialisten zouden gezamenlijk Schroot van Danny de Vos lezen en daarover praten volgens de aanpak die Gertrud Cornelissen beschrijft in haar proefschrift Maar als je erover nadenkt . Goed en wel begonnen gingen de scholen dicht. En dat was jammer want de eerste sessie op school was zo leuk en het boek begon spannend. Ze wilden door! 




En dus pakten we in de tweede week de draad weer op via Zoom. S.: ‘Het is veel leuker om een boek samen te lezen. Zelf lees je het op een bepaalde manier en nu hoor ik de mening van anderen. En soms denk ik: oh ja….’ Vriend Y.: ‘Het is wel grappig, want dat stukje over die broer heb ik ook gewoon gelezen, maar het was me helemaal niet opgevallen. Pas toen we het er over hadden en het nog een keer lazen, toen zag ik het ook.’ Klasgenoot I.: ‘Ja, je ziet inderdaad wel andere dingen als je er daarna over praat.’ B. beaamt dat. ‘Ik dacht een paar keer: heb ik het nou fout gelezen? Maar dat was niet zo. Iedereen had vragen na dat stukje. En iedereen dacht iets anders. Het kon allemaal waar zijn. Of niet. We weten het gewoon nog niet. We moeten nog even verder lezen.’ Juf G. merkte ook wat voordelen. Ze vindt dat ze de karakters veel bewuster leert kennen op deze manier. ‘Ik denk dat deze aanpak van toegevoegde waarde kan zijn bij het begrijpen van wat ze lezen. Ik wil dit volgend jaar ook wel eens proberen met wat minder enthousiaste lezers. Eens zien wat dat doet voor begrip en leesplezier.’



De leesclub voor anderstaligen die wekelijks bij elkaar kwam om Nederlands te lezen en te praten, werd met hetzelfde probleem geconfronteerd. Meer nog dan de leerlingen van De Wegwijzer wilden zij absoluut doorgaan met lezen en praten. Dat oefenen in het Nederlands mocht niet stoppen. Nu komen ze elke woensdag online samen en lezen, praten en oefenen ze nog steeds. Nu we weten dat dit werkt als de groepen niet te groot zijn, kunnen we dit op andere plekken voortzetten.


Tuurlijk is het niet ideaal dat we de klassen niet in kunnen. Maar gelukkig kan er ook heel veel wel! 

donderdag 12 december 2019

Taaltoppers





Voor het tweede schooljaar buigt onderwijsspecialist Joke zich gedurende 25 weken met leerlingen uit groep 6 en 7 over diverse onderwerpen om op een leuke manier de taalontwikkeling te stimuleren. Dit zijn leerlingen die flinke leerpotentie hebben maar in hun schoolprestaties belemmerd worden door een taalachterstand. De deelnemers zijn op basis hiervan geselecteerd door de leerkracht en wekelijks komen deze Taaltopppers bijeen in KinderlabCapelle in Schollevaar. 


Spelletje: Wie ben ik? 
Elke periode van een week of vijf kiest Joke een andere onderwerp. Ze probeert daarbij vooral de interesses van de deelnemers aan te spreken. Het meest recente onderwerp was Nieuws en actualiteit. Dat onderwerp leende zich goed om op speelse en talige wijze te onderzoeken. ‘Ze hebben al een lesdag op school gezeten. Ze leren hier echt extra taal, maar het moet geen taalles lijken.’ Dus regelde ze een bezoek aan het Algemeen Dagblad met een rondleiding op de redactie. Hoe komen die berichten nu eigenlijk tot stand? Welk werk moet daarvoor verzet worden en hoe wordt de uiteindelijke krant gemaakt? Wat zich aandient tijdens zo’n rondleiding is taal, taal en nog eens taal met veel nieuwe woorden en een behoorlijke dosis kennisuitbreiding. Het vindt dan wel niet plaats in een schoolse setting maar Joke is er wel om de deelnemers te attenderen op de nieuwe woorden, deze uit te leggen en uit te breiden zodat zij een netwerk van kennis opbouwen rond deze woorden of dit onderwerp.

Bezoek aan de redactie van het Algemeen Dagblad

En zo gaat dat bij elk thema. Hebben ze het over het thema Eten? Dan praten ze niet alleen over recepten en lievelingsgerechten, maar dan wordt er ook gekookt in de prachtige keuken van het Kinderlab. Al pratend en kokend springt Joke opnieuw in op alle nieuwe of onbekende woorden die voorbij komen. Ze legt uit, ze beeldt uit en ze breidt uit om die woordenschat maar te stimuleren en dat netwerk van kennis uit te breiden. ‘Sommige kinderen zijn wel vooruit gegaan in de CITO, hoor ik van de leerkrachten. Maar ik kan niet meten of zij zich ontwikkelen. Dat is in die korte tijd voor mij moeilijk vast te stellen. Wel merk ik dat ze meer gaan vragen. Toen we laatst na het koken de spullen opruimden, las iemand bij de vaatwasser het woord ‘voorspoelen’. Ze had geen idee en vroeg mij naar de betekenis. Ze worden zich wel meer bewust van nieuwe woorden of woorden waarvan ze de betekenis niet kennen.’

Na het koken lekker eten

Leerkrachten geven aan dat sommigen wel vooruit gegaan zijn op de Citotoets Taal, maar dit is natuurlijk een combinatie van factoren. In de klassen gebeurt ook veel aan taalontwikkeling. En als je meer woorden leert kennen heeft dit ook een zelfvergrotend effect. Hoe meer woorden en voorkennis leerlingen tot hun beschikking hebben hoe makkelijker ze betekenissen van onbekende woorden kunnen opmaken uit de context.

Bij het onderwerp Spreekwoorden eerder dit jaar kregen of kozen de toppers in tweetallen een onbekend spreekwoord dat zij visueel moesten maken met behulp van een iPad en iMovies. De speelse manier is echt van belang. Ze vinden het leuk om te doen maar het lukt niet zonder taal. Daarbij ontwikkelen ze ook meteen hun digitale vaardigheden. De beschikking over een iPad of zelf een filmpje editen is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Spelen met de tablet terwijl je een talig probleem moet oplossen, voelt niet als les maar is erg educatief. En het feit dat sommige deelnemers al voor het tweede jaar wekelijks terugkomen toont aan dat het uitdagend en leuk genoeg is. Zo worden alle zeilen bijzet om kinderen op een speelse manier met taal bezig te laten zijn en hierin te groeien.

Filmpjes bekijken 

woensdag 18 september 2019

De kracht van gezinsaanpak


Mooie uitgave van Probiblio over de kracht van gezinsaanpak bij het bestrijden  van laaggeletterdheid. Ons team staat er ook met het Doe Mee Café. Wat kunnen we hier behalve wat sfeerfoto's nog aan toevoegen? 



dinsdag 27 augustus 2019

Voorlezen in de klas


Toen Bart Moeyaert dit voorjaar de Astrid Lindgren Memorial Award (ALMA) won ontketende hij kort daarna onbedoeld tumult op Facebook. Tijdens een interview met de Vlaamse krant De Standaard filosofeerde hij hardop dat ‘leerkrachten die zelf niet lezen geen goeie leerkrachten zijn.’ En daar stond het. 


Volgens Moeyaert enigszins uit de context gehaald, maar toch. Hij werd er op aangesproken en kreeg naast bijval ook veel commentaar. Bij Jaap Friso en Bas Maliepaard aan tafel lichtte hij tijdens de opname van de dertiende aflevering van de Grote Vriendelijke Podcast zijn uitspraak toe (vanaf minuut 12). Het was een gedachte, geen stelling. Het was ook geen aanval op de leerkracht maar op hoe wij met zijn allen hiermee bezig zijn. ‘Ik besef hoe wij het niet goed aanpakken. Dat we de kinder- en jeugdliteratuur een stevigere plek moeten geven. We moeten het stelliger gaan doen,’ waarmee Moeyaert verwijst naar de talloze keren waarop hij vriendelijk vroeg of zelfs smeekte om meer aandacht voor kinder- en jeugdliteratuur. ‘En als we provoceren komt er wel reactie.’


Provocatie van leerkrachten is doorgaans niet onze werkwijze ;) Maar we delen Moeyaerts motivatie om meer aandacht te schenken aan kinder- en jeugdliteratuur wel. Op de scholen waarmee we samenwerken proberen we het dagelijkse lees- en voorleesmoment te verankeren in de dagelijkse routine. Met wisselend succes. Op de ene school lukt het makkelijker dan op de andere. Het verschilt ook wel eens per jaar of per klas. Bij de ene leerkracht is het ook meer een vanzelfsprekendheid dan bij de andere. En soms loopt het op een school perfect, en dan gebeurt er wat en brokkelt wat is opgebouwd langzaam af. Het blijft een kwestie van onder de aandacht brengen en het belang ervan verkondigen. Als een leerkracht van groep 3 zegt: ‘Het is wel waardevol, maar het kost zoveel tijd om een heel prentenboek voor te lezen’ zijn we oprecht verbaasd. Of een collega uit groep 8 die om dezelfde reden zegt: ‘Kwartier per dag voorlezen? Dat ga ik echt niet doen.’ En ook zijn er onderwijzers die -net als veel ouders- niet overtuigd lijken van het belang (en plezier!) van voorlezen tot en met groep 8. Maar het is zoals leesbevorderaar Jos Walta zegt: ‘Kinderen moeten nog leren wat ze graag lezen. Dat betekent dat ze een breed aanbod onder ogen moeten krijgen.’ Door voor te lezen laat je kinderen kennis maken met boeken die ze zelf niet zouden kiezen. De ervaring leert dat kinderen daarna ook eens iets anders proberen en daar plezier in hebben.

Voorlezen stimuleert kinderen ook eens iets anders te proberen

Natuurlijk kost voorlezen tijd. Maar het is een nuttige en tegelijkertijd plezierige investering. Voorlezen (en lezen) is goed voor:
  • allerlei schoolprestaties: Kinderen die worden voorgelezen hebben een grotere kans om zelf ook een lezer te worden. En kinderen die lezen doen het beter op school dan kinderen die niet lezen. 
  • de taalontwikkeling: Tijdens het voorlezen krijgen kinderen goed taalaanbod met goed geformuleerde zinnen en rijk taalgebruik. Vooral als daarna gesproken wordt over wat gelezen is, leren kinderen zelf goede zinnen maken, vragen stellen, hun mening formuleren.  
  • de woordenschat: Kinderen die lezen en voorgelezen worden, komen veel nieuwe woorden tegen. Ze leren betekenissen uit de context te halen en breiden hun woordenschat uit. Juf J. (groep 3) na het aandachtig bestuderen van Kolletje: ‘Wat een rijkdom aan woordenschat! Als je er zo naar kunt kijken helpt dat al. Dan kost voorlezen geen extra tijd maar dan is het taalaanbod. Dan is het een verrijking.’
  • het opdoen van kennis en/of ervaringen, zeker als de voorlezer een boek kiest wat de kinderen zelf nog niet helemaal aankunnen. Qua woordenschat, of onderwerp, beeldend taalgebruik, verhaalstructuur, langere spanningsbogen.
  • het ontwikkelen van empathie: In een boek kun je ervaren wat je in het echte leven niet kunt of wilt ervaren. Dat zorgt voor meer inbeeldingsvermogen en begrip voor mensen die anders zijn dan jij.
  • de exclusieve aandacht voor de bofferds die thuis worden voorgelezen. Helaas houdt dat voor veel kinderen op als zij in groep 3 zelf leren lezen. 

Bron: De Monitor de Bibliotheek op school


Wat dan? 
Daarnaast zijn er gelukkig ook meesters en juffen die aangeven dat ze best of zelfs graag dagelijks willen voorlezen, maar ‘Wat dan precies? Welke boeken zijn nou echt geschikt? Ik ken er te weinig.’  En daarbij blijft voor een leerkracht (groep 4/5) de hamvraag: ‘Ik ben overtuigd van het nut, maar waar haal ik de tijd vandaan met alle methodelessen die ik ook moet doen?’ Dit argument tijd horen we vaak. De vraag is echter of alle methodelessen altijd moeten. En of de lessen altijd volledig moeten. Schoolleiders, bouwcoördinatoren en leescoördinatoren zeggen vaak dat leerkrachten op hun eigen professionaliteit en kennis mogen en moeten vertrouwen. Soms kun je een methodeles inkorten omdat een oefening uit een werkboekje bij voorbeeld niet zo noodzakelijk is. Of je kunt voorlezen in plaats van een taalles, een begrijpend-lezenles of een woordenschatles. Je kunt de les ook combineren met voorlezen. Met behulp van een miniles of een les begrijpend luisteren maak je van je voorleessessie een effectieve taalles. 


En de collega’s die naar eigen zeggen te weinig boekenkennis hebben, helpen we graag een handje. Voor hen duiken we in de webportal van hun schoolbieb en noteren wat titels waarmee zij hun leerlingen kunnen verblijden. En zo brengen we net als Bart, Jaap en Bas en heel veel anderen op onze eigen manier zo veel mogelijk kinder- en jeugdboeken onder de aandacht! Met daarbij de tip om vooral ook eens naar de GVP te luisteren. 



dinsdag 11 juni 2019

Boekpromotie en boekenkring

De afgelopen weken hebben we de monitorrapportages van de verschillende scholen weer uitgebreid bekeken en besproken met de leescoördinatoren. Er is iets wat na lange samenwerking blijft opvallen: boekenkring en boekpromotie blijven voor veel leerkrachten een lastig punt. Het wisselt een beetje per school en per jaar, maar het keert vaak terug in de gesprekken. Waarom boekpromotie en boekenkring zo belangrijk zijn? Smaakverbreding. 

Toen ik een tijdje geleden een boekensushi wilde doen in een klas heb ik ter plekke iets anders geïmproviseerd. Het idee van deze werkvorm is namelijk dat de boeken als in een sushibar langs de leerlingen schuiven en ze steeds gedurende een minuutje boeken van hun klasgenoten kunnen bekijken. Met 14 soortgelijke boeken is dat geen leuk spelletje. En afgelopen week had ik deze foto in nog 3 andere klassen kunnen maken. 




Nu heb ik geen principiële bezwaren tegen deze populaire boeken. Maar ik weet dat veel leerlingen met hulp van anderen ontdekken dat er meer is wat zij ook kunnen waarderen. Dat er naast graphic novels nog veel meer mooie verhalen geschreven zijn. Daarom doen we vaak aan boekpromoties in de klassen. We nemen nieuwe collectie mee of we zoeken in de bestaande collectie naar boeken die kinderen niet snel pakken maar die wel de moeite waard zijn. Als we na afloop vragen voor wie er een boek bij zat om zo snel mogelijk te gaan lezen, gaat steevast 75% van de vingers omhoog. Tussen die gepromote boeken zit zelden of nooit een loser, een muts of een boomhut. Die lezen ze toch wel. 

Door andere boeken onder de aandacht te brengen, lezen ze ook eens iets anders en ontdekken ze nieuwe schrijvers, nieuwe series en nieuwe genres. Dit moet continu gevoed worden en moet niet afhangen van die paar keer per jaar dat 'de bieb' alle klassen langs gaat. Ook leuk natuurlijk, en we doen het graag. Maar leesplezier aanwakkeren en onderhouden kunnen we niet alleen. Daar hebben we de leerkrachten bij nodig. Leerkrachten die beginnen met voorlezen en na een paar dagen stoppen en vragen: 'wie wil het uitlezen?' Leerkrachten die met een boek onder hun arm bij de deur alle leerlingen een hand geven. 'Meester, wat heb je?' 'Een heel mooi boek. Ga ik straks over vertellen.' Leerkrachten die leerlingen even met elkaar over hun boek laten praten. Of via het digibord een miniquizje doen, bv. met boekomslagen waarvan de titels is weggepoetst. Eens een blind date aandurven met een boek. Een stapelgedicht maken of een heel persoonlijke tip geven. Er zijn zo veel manieren te bedenken om in een paar minuten het lezen en de schoolcollectie zonder al te veel voorbereiding op een positieve manier onder de aandacht te brengen.  









vrijdag 29 maart 2019

ABC-tje


Taalspelletjes op het multitouchscherm bij de ABC-club
In 2016 startte de eerste ABC-club nadat het Capelse Taalnetwerk (waar Bibliotheek aan den IJssel deel van uitmaakt) de opdracht kreeg om met een mooi budget van de VanCappellenstichting een project te ontwikkelen voor anderstalige leerlingen en nieuwkomers. De club startte met activiteiten in de schoolvakanties om de taaldip tegen te gaan. Vorm en inhoud zijn gaandeweg aangepast, maar inmiddels is de gemeente Capelle zo overtuigd van het succes van dit concept dat zij onze bieb hebben verzocht deze club vooral voort te zetten.

Welke dingen doen we?
De ABC-club kenmerkt zich door diverse activiteiten rondom 4 praktische thema’s en veel camouflagetaal. En dan hebben we het niet over vage kantoortaal om leegheid te verbergen maar over activiteiten die niet primair gericht zijn op taal maar die wel veel taal uitlokken. Want taal leer je door te oefenen en fouten te maken. En het liefst samen met anderen en bij voorkeur niet (te veel) uit lesboeken. De thema’s zijn: locaties, beroepen, sport en vrijetijd.

Woorden leren tijdens dramalessen 
Elke thema start met een theaterles waarin de belangrijkste woorden worden behandeld. Het leren van nieuwe woorden door middel van spel maakt het nieuwe thema toegankelijk. Woorden worden uitgebeeld, aangewezen, opgezocht op google afbeeldingen en nog eens uitgebeeld. Je ziet de kinderen plezier hebben en je hoort tegelijkertijd de hersens kraken.

Ontwerpen
Spelen
Spelen
Met die nieuwe woorden op zak is het tijd voor andere activiteiten. Tijdens het thema Locaties speelden de deelnemers een Capels detectivespel waarbij zij niet alleen nieuwe woorden tot zich namen, maar ook kennis maakten met diverse interessante locaties in Capelle: de voetbalvelden, school, bibliotheek of de kinderboerderij om een paar voorbeelden te noemen. Deze locaties hebben zij getekend op een zelfontworpen metrolijn-achtig spelbord. Bij dit spelbord horen talige spelvormen bij om de woordenschat nog verder uit te breiden. Zo speuren de kinderen naar een boef die de ene keer in het restaurant en de andere keer in het zwembad is. Steeds worden zijn uiterlijke kenmerken of bepaalde handelingen benoemd, waarmee zij meer informatie krijgen voor hun speurwerk. Ze oefenen zo met werkwoorden, bijvoeglijk naamwoorden en zelfstandig naamwoorden in een spannende race tegen de klok. Welk team heeft de gezochte boef als eerste opgespoord? Docent Anne Goedhart: 'Ze vonden het zo leuk om te doen dat ze er de les erna op terug kwamen omdat het spel niet binnen de tijd kon worden uitgespeeld. "We moeten het spel nog uitspelen!"’

Niet alleen bij het spelen van het spel, maar ook bij het maken van ‘De Capelse Detective’ hebben kinderen al doende veel taal nodig. Wat is er nodig? Hoe pakken we het aan? Begrijpt iedereen hoe het werkt? 'Want de communicatie kan wel eens misgaan.' Maar dan is daar altijd Anne om de kinderen verder te helpen. Ze maken al spelende eigen zinnen, stellen vragen, vervoegen werkwoorden en voegen nieuwe woorden toe aan hun Nederlandse woordenschat. En wat zo fijn is: er zijn geen fouten. Wel kan het soms beter. Ook daar helpt Anne hen bij. En de anderen trouwens ook. Anne: ‘Er zijn drie meisjes die al eerder meededen. Zij waren toen talig gezien de zwaksten. Nu zijn ze de sterksten en helpen zij bewust en onbewust andere kinderen talig sterker te worden.’
Werken met de greenscreen 

Spannend: zwemmen met dolfijnen
Bij alle activiteiten blijkt hoeveel woorden je nodig hebt. Zelfs bij de opdrachten die in eerste instantie erg beeldend lijken. Een foto maken met behulp van een greenscreen is ook een van de activiteiten die past bij het thema Locaties. Heb je een idee voor je persoonlijke greenscreenopdracht? Dan moet je over woorden beschikken om dit idee over te brengen op de fotograaf zodat de foto ook wordt zoals jij het bedacht hebt. Het idee is dat de deelnemers een handeling verrichten op een zelfgekozen locatie. De mogelijke locaties zijn erg divers (zolder, winkelstraat, strand) net als de handelingen die er doorgaans verricht worden (kruipen, slenteren, duiken) Welke dingen doe je daar? En hoe breng je dat in beeld? Allemaal taal, taal, taal. Ze leren enorm en hebben lol in wat ze doen.

De bibliotheek is thuis in taalverwerving en het creëren van verhalen. Gaat het om de artistieke kant van de activiteit dan wordt bij voorbeeld de Kunstkring ingeschakeld. Hoe teken je die hokken van de dieren op de kinderboerderij? En ook daar heb je wederom woorden voor nodig. Is het hok hoog of laag? Van hout, gaas, glas of metaal? Zit het hok altijd dicht of soms ook open? Is het eenmaal gelukt om het hok te tekenen, dan volgt het spel ‘Hekken sluiten’ waarbij kinderen door denkbeeldige hekken te sluiten vooral de namen van dieren op speelse wijze oefenen. Lukt het niet? Geen probleem want google afbeeldingen is geduldig en bijzonder effectief. 

Zelfs als je even moet wachten terwijl anderen met de greenscreen bezig zijn, blijkt de beschikking over voldoende woorden heel zijn. Collega John neemt de wachters op deze mooie lentedag even met een bal mee naar buiten. De regels van het voetbal zijn wel bekend. Maar wie een ander spel wil spelen heeft woorden nodig om spelregels uit te leggen of af te spreken.

Buitenspelen tijdens het wachten
Anne zoekt bij elk thema verbinding met Capelse organisaties. Bij het thema’s Sport en Vrije Tijd wordt onder meer samengewerkt Sportief Capelle en de dansschool van Noes Fiolet. Tijdens het thema Beroepen gaat de club naar de Capelse brandweer en de Kunstkring Capelle. Zo leren de nieuwkomers onze taal en stad steeds beter kennen. En dat was waar het de Van Cappellenstichting in beginsel om te doen was.

Plezier voor 10!
Het taalniveau van de deelnemers loopt fors uiteen. Er zitten kinderen tussen die al wat langer in Nederland zijn. Ook zijn er kinderen bij die tijdens eerste bijeenkomst nog geen woord Nederlands spraken. Anne Goedhart: ‘Je ziet ze groeien. Twee jaar geleden kon ik  met deze meiden nog niet praten en nu zijn zij talig het sterkst. Ze helpen elkaar. We beelden veel uit en zoeken veel op. Ze zijn trots op wat ze leren.’ Nu en dan worden ook de ouders uitgenodigd. Zij doen dan wat de kinderen ook doen. ‘Daarmee hopen we niet alleen de betrokkenheid, maar ook de eigen woordenschat van de ouders te vergroten.’


De waardering voor de ABC-club blijkt wel uit het feit dat sommige kinderen zich liefst voor de 3e keer aan zouden aanmelden. ‘Meer dan 10 deelnemers kunnen we helaas niet aan met deze groep die om intensieve begeleiding vraagt. Deze doelgroep vraagt aandacht, tijd en vertrouwen en die willen we geven.’ Na 10 aanmeldingen volgt er een stop en een wachtlijst. En ook die loopt met 8 wachtenden al snel vol.