Aandacht voor lezen en voorlezen werkt. We merken het dagelijks. Kinderen die, nadat het boek jaren onaangeraakt in de kast heeft gestaan, Kukel van Joke van Leeuwen ontdekken. Wat er gebeurd is? Niks bijzonders. Uit de kast gehaald, laten zien in de klas, stukje voorgelezen en hup, daar ging ie de klas rond. Meesters en juffen die gereserveerd antwoorden als we in de klassen de nieuwste boeken komen promoten, want ja: de lessen en de toetsen... het programma zit zó vol. Twee snelle rondes met voorleesfragmenten verder vragen ze of we dit eigenlijk niet elke maand kunnen komen doen, 'want we zien dat kinderen boeken pakken die ze anders nooit zouden kiezen'. Of onzekere leerlingen die na een korte voorleescursus trots De kleine walvis gaan voorlezen in groep 1/2. En de kleuters die daar enorm van genieten.
De Nationale Voorleesdagen zijn weliswaar gericht op de jongsten, maar met een beetje creativiteit wordt de hele school er vrij eenvoudig bij betrokken. Lezen en voorlezen staan in elk geval weer goed op de kaart deze dagen. En daar worden we blij van. Want we weten uit onderzoek en ervaring dat lang niet alle kinderen een warme voorleescultuur van huis uit meekrijgen. De landelijke monitor laat zien dat bijna de helft van de ondervraagden thuis nooit wordt voorgelezen. Naarmate de leeftijd vordert, daalt de frequentie van het voorlezen bij gezinnen waar dat wel gebeurde. Maar ook dan zijn er kinderen in groep 4 die nooit of weinig worden voorgelezen.
Bron: De Monitor de Bibliotheek op school |
Bron: De Monitor de Bibliotheek op school |
Van groep 1 t/m 3 zijn deze gegevens niet bekend, maar leerkrachten weten uit gesprekken met kinderen en hun ouders dat het voorlezen thuis ook in deze groepen te wensen over laat. Ze stimuleren zich suf, want voorlezen is zo belangrijk voor de taalontwikkeling.
Bij leerlingen met een (dreigende) taalachterstand, proberen leerkrachten ouders te overtuigen om zich aan te melden bij de Voorleesexpress. Vrijwilligers komen gedurende 20 weken het voorleesritueel introduceren en voordoen. De ouders krijgen handvatten om het voorlezen zelf over te nemen en kinderen op allerlei manieren te stimuleren in hun taalontwikkeling.
In veel gezinnen gaat dat gewoon niet vanzelf, weet Voorleesexpressvrijwilligster Tonny. Ze herinnert zich haar eerste gezin goed. Daar was het gezellig, de zesjarige Mariam stak veel nieuwe woorden op en begon de vervoegingen beetje bij beetje te begrijpen. Wel 'ik slaap en ik sliep', maar niet 'ik gaap en ik giep'. Ga er maar aan staan. Ook de moeder van Mariam raakte steeds meer betrokken bij de voorgelezen boeken en begon voorzichtig mee te praten. Tonny leerde gaandeweg wat Irakese woorden en staarde zich blind op de Arabische letters die Mariam's moeder haar liet zien. 'Phoe, als ik die taal toch eens zou moeten leren! Het vergrootte mijn begrip over hoe lastig het moest zijn om niet alleen in een totaal andere wereld geworpen te worden, maar ook nog eens zo'n onbegrijpelijke taal eigen te maken.' Tonny's inspanningen hebben in dit gezin tot kleine successen in de taalontwikkeling van Mariam en haar moeder geleid. Nu, enkele jaren later, rekent Mariam nog steeds op haar: 'Tonny... vakantie.... jij komt?'
Na een innige samenwerking tussen Bibliotheek aan den IJssel en Voorleesexpress valt de Voorleesexpress vanaf januari 2017 niet meer onder Stichting Woordwijs, die het project tot een succes gemaakt heeft, maar onder Bibliotheek aan den IJssel. We bouwen dit succes graag uit en wensen alle kinderen een warme voorleescultuur en een leven lang (voor)leesplezier. Nieuwsgierig naar de Voorleesexpress aan den IJssel? Bekijk hier de Facebookpagina.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten