Als onze collega Anke op dinsdag om vier uur binnenkomt staan alle schoenen keurig op een rijtje
in de gang. Want zo gaat dat in een Somalisch gezin. Ze zet haar schoenen er
netjes bij en doet waarvoor ze gekomen is: voorlezen. De televisie wordt uitgedaan en vijf kinderen nemen plaats aan de eettafel in
afwachting van wat er komen gaat.
Gedurende
twintig weken leest Anke als vrijwilligster van De
Voorleesexpress voor in dit gezin met maarliefst negen kinderen. Vier kinderen
in de basisschoolleeftijd, vier op de middelbare school en de jongste is nog
thuis bij mama. Thuis spreken ze met elkaar vooral Somalisch, maar om op school
een beetje mee te komen is het Nederlands toch wel erg belangrijk. En – dat weten
we uit ervaring en onderzoek- voorlezen helpt!
Gedurende
twintig weken komt Anke net als de andere vrijwilligers van De Voorleesexpress
bij de kinderen thuis voorlezen. Het is de bedoeling dat tenminste één van de
ouders er bij aanwezig is zodat hij of zij dit voorleesritueel na die twintig
weken kan voortzetten. Via de openbare bibliotheek zijn er voor de vrijwilligers
speciale voorleestasjes te leen. In deze tasjes zitten: een prentenboek, een handpop
van een personage dat voor komt in het boek, bijpassende kleurplaten en vaak
ook nog spelletjes of foto’s die te maken hebben met het verhaal. De
materialen uit deze tasjes kunnen helpen om op verschillende manieren met
boeken en taal bezig te zijn. Na ongeveer 10 weken gaat de vrijwilliger een keer met
het gezin naar de openbare bibliotheek om
te zien wat daar allemaal is en hoe het er werkt. Het gezin gaat trots naar
huis met een eigen splinternieuwe jeugdpas.
Hoe
zo’n voorleessessie er aan toe gaat? Voor de jongste heeft Anke altijd een
dierenboekje of een boek met flapjes bij zich. Met elkaar bekijken ze het boek.
Moeder doet mee, want ook zij is druk bezig de Nederlandse taal te leren. ‘Ze merkt meteen hoe plezierig het is om met
elkaar boekjes te bekijken en er over te praten,’ vertelt Anke. Voor de oudere kinderen
leest ze een verhaal voor. ‘Dit is altijd het prentenboek dat ik de week daarvoor
ook al heb voorgelezen. Zo herhalen we
de woorden, doen de geluiden van de dieren na en tellen bv. de kippen, schapen
of auto’s. Ondertussen voel ik kusjes op mijn arm, wil er iemand op schoot en
krijg ik iets te drinken. Daarna komt er
een nieuw prentenboek uit de tas waarvan we eerst de voorkant bekijken. Dan voorspellen we met elkaar waar het verhaal
over zou kunnen gaan. Dat is allemaal
onderdeel van het ritueel van het voorlezen. We blijven plaatjes bekijken en
woorden benoemen, beestjes tellen enz. Steeds weer opnieuw,’ licht Anke toe. ‘Nu
we een aantal weken bezig zijn geven de
kinderen ook voorkeuren aan, bv. boeken over boten, vissen of tractoren. Opvallend
is dat ze naar informatieve boeken vragen. En hoewel het bedoeld is voor de
jongere kinderen is ook de broer van 15 enthousiast. Hij vraagt om boeken waar
hij “wat van kan leren. Over panda’s ofzo?”
Toen ik dat de volgende keer bij me had, ging hij stilletjes op de bank zitten
lezen. Ik ging bij hem zitten en samen keken we naar de tekst en plaatjes. Toen
ik hem vertelde dat hij het boek een week kon houden, vond hij dat zo fijn! Zo kon hij de tekst overschrijven en aan zijn juf op
school laten zien.’
Aan
belangstelling en enthousiasme ontbreekt het niet in dit gezin. Gelukkig maar,
want dat is precies wat je nodig hebt om zo’n vreemde taal een beetje onder de
knie te krijgen. Als het na een uurtje toch écht weer tijd is om te gaan (zijn er genoeg kusjes gegeven, is er thee gedronken, een Somalisch hapje geproefd en hangen de kleurplaten aan de muur?) wordt er een stickertje geplakt op de kaart zodat iedereen kan zien hoeveel keer Anke nog komt. En vanachter de gordijnen wordt ze uitgezwaaid. Tot volgende week!
Ook zin gekregen? Meld je aan via www.stichtingwoordwijs.nl want De Voorleesexpress is zo succesvol dat ze gráág nieuwe vrijwilligers verwelkomen.