Anke werkte voorheen in de kinderopvang en is daarom behalve leesconsulente dBos ook onze specialis

maandag 18 april 2016

'Ik weet nu hoe ik moet voorlezen'

Boeken, thee en koekjes

Als ik voor iedereen nog een keer thee inschenk, waan ik me in groep 3: met fluisterstemmen wordt Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft geoefend. Zachtjes proberen ze de juiste klanken en klemtonen uit. Drie Somalische moeders die het naar eigen zeggen nog niet zo goed kunnen maar graag willen leren: voorlezen aan hun kinderen. H.: 'Ik ben in Somalië wel naar school gegaan. De gewone school en de Koranschool, dus ik lees en spreek ook Arabisch. Maar voorlezen deed onze leraar niet. We leerden alleen schrijven en lezen.' H. is zich er van bewust dat voorlezen belangrijk is voor haarzelf en voor haar kinderen. 'Ik leer echt veel. Veel woorden. Ik vind het leuk.' Het valt me op dat haar vriendin M. zich altijd een beetje bescheiden, bijna verontschuldigend opstelt. Ze zegt dat het niet goed lukt omdat ze niet goed kan onthouden, ze heeft namelijk vaak hoofdpijn. Dat blijkt inderdaad zo te zijn, maar na een beetje doorvragen lijkt er meer aan de hand. Haar beide ouders overleden toen ze erg jong was. Gescheiden van haar zusje kwam zij bij haar tante en haar zes kinderen terecht. Geld voor school was er niet en tijd voor voorlezen? 'Ben je gek?' kijkt ze me lachend aan. Tante moest hard werken om 7 kinderen te onderhouden, dus zelfs voor het vertellen van verhalen was nauwelijks tijd. M. heeft desondanks toch leren lezen en schrijven. Maar in het Nederlands vindt ze dat erg moeilijk. 'Zit ik hier wel goed?' staat op haar gezicht te lezen. Ja, ze zit hier goed! Haar vriendinnen hebben haar meegesleurd en dat hebben ze goed gedaan. Als ik M. vraag het verhaal van kleine mol niet voor te lezen maar in het Somalisch na te vertellen kijkt ze me verbaasd aan. 'Versta jij Somalisch?' Nee, maar je vriendinnen wel. Vertel maar.' Schoorvoetend begon ze. Ze werd wat op weg geholpen door S. Ik verstond er geen klap van maar ik zal wel wat er met haar gezicht gebeurde. Dat begon na korte tijd te stralen. Ze hadden lol, die drie. En er ontstond een gesprek, wat ik ongeveer interpreteerde als: nee, dat moet je zo doen. Zo? Ja precies, nu doe je het goed. 'Ja, zo is  het leuk. Maar Somalisch. Sorry, niet Nederlands.' Dat geeft niet M.. Doe het in het Somalisch als het moet, maar doe het! Je kind leert makkelijker Nederlands als het in het Somalisch al veel woorden kent. Je kind heeft er profijt van als hij samen met jou plezier heeft in lezen en in boeken. En zo ging ook M. met voorleesboeken naar huis. Om de week erop lachend te komen ruilen. 'Was leuk. Ik wil andere. Kinderen vinden het leuk.'

S. leest voor

H., die het meeste onderwijs heeft genoten, heeft net zo goed het een en ander van deze korte cursus heeft opgestoken: 'Ik kan nu beter kiezen in de bibliotheek. Vroeger nam ik alles mee wat de kinderen leuk vonden. Nu kijk ik ook naar wat ík kan: korte zinnen kan ik goed. Dat zijn betere boeken voor mij.'
Ook S. durft nu naar de bibliotheek. 'Ik weet nu hoe ik moet voorlezen. Als het moeilijk is ga ik vertellen net als M. Op mijn school werd wel voorgelezen maar niet op deze manier. Mijn vader en moeder lazen ook voor. Maar niet zo en de boeken waren niet zo leuk.'

Ik dacht de dames nog een plezier te doen door Arabische boeken mee te nemen. Niet dus. Ze bleven onaangeroerd liggen. Nederlands wilden ze. Want ze doen het voor hun kinderen, maar ook voor zich zelf. S.: 'Dat kan best met kinderboeken.' 

Tot slot kregen alle deelnemers een certificaat uitgereikt én een prentenboek van Kikker cadeau van directeur Ingrid Flik van De Catamaran/Hermitage. 'Ik vind het geweldig dat jullie dit doen en dit willen we als school belonen en stimuleren.'

Goed gedaan, dames! 
M. bij het afscheid: 'Is laatste keer? Jaaaahh, zo jammer hè. Is volgend jaar weer? Ik kom!'