Wat ik deed?
- Om te beginnen zaten ze niet in de kring. Dat mag natuurlijk best, maar dat is helemaal niet nodig om kinderen voor boeken te interesseren.
- Daarna nam ik twee minuten de tijd om iedereen over zijn of haar boek te laten vertellen. Dat werkt in tweetallen. Eerst is de ene een minuut aan de beurt, daarna de ander. Na afloop vroeg ik eerst wie er iemand over een leuk boek had horen vertellen. Veel vingers omhoog. De tweede vraag luidde: wie heeft iets gehoord over een leuk boek dat ie nog niet kende. Weer veel vingers omhoog. En wie heeft over een leuk boek gehoord dat ie graag eens zou willen lezen? Weer vingers de lucht in. Voila, daar waren de tips voor de volgende ruilbeurt in de bieb.
- Toen heb ik een mopje voorlezen. Dikke pret. 'Wie gaat mij volgende keer een mop voorlezen?' Alle vingers omhoog.
- Vervolgens las ik een gedichtje voor. Zelfde verhaal.
- Bij het tonen van het dinosaurusboek gaf ik elke leerling een briefje met de opdracht op te schrijven wat hij of zij zou willen leren over dinosaurussen. Daarna mochten ze een minuutje met hun buur bespreken wat ze hadden opgeschreven. Uit de verschillende vragen werden er twee geselecteerd. En toen kwam de hamvraag: wie zou het leuk vinden om het antwoord op te zoeken in dit boek en mij en de klas de volgende keer hierover te vertellen?
- Tot slot heb ik uit de losse pols nog een paar boeken laten zien. Maar inmiddels was alles al leuk.
Groep 6 |